Uit de recentste gemeente- en stadsmonitor blijkt dat zwerfvuil samen met snelrijders dé absolute volksfrustratie is in Vlaanderen. Ook de klachten bij het departement Omgeving zijn op twee jaar tijd exponentieel toegenomen. Steden en gemeenten dragen de zwaarste last in de strijd tegen zwerfvuil. Ze draaien financieel op voor de handhaving en ze krijgen het ongenoegen van burgers wanneer een kleine minderheid de buurt vervuilt. Daar komt nu verandering in. 

De Vlaamse regering keurde op vrijdag 28 november een regeling goed die de producenten mee verantwoordelijk maakt voor de zwerfvuilkosten. Er is immers iets voor te zeggen dat we de centen gaan halen bij wie producten op de markt brengt die voor veel zwerfvuil zorgen. Het gaat dan over sigaretten, ballonnen, kauwgom en verpakkingen. Er bestonden tot nu toe ook al vrijwillige overeenkomsten. 

Dankzij de bijdrage van die bedrijven vloeit er 71,5 miljoen euro naar Vlaanderen. Daarvan gaat bijna 61 miljoen euro naar de steden en gemeenten. Zo kunnen lokale besturen zorgen voor nette straten, zonder hier financieel de dupe van te zijn. In veel steden en gemeenten is de strijd tegen zwerfvuil ook steeds meer een prioriteit geworden.  Zo steeg het aantal gemeenten met een GAS-reglement van 233 in 2023 naar 245 in 2024. De handhaving en de pakkans verhogen ook want op één jaar tijd nam het aantal GAS-boetes voor zwerfvuil met 37% toe.

“Zwerfvuil is nog te vaak een probleem van mensen die weten dat ze waarschijnlijk niet betrapt zullen worden. De Vlaming heeft geen boodschap aan nog eens extra bewustwordingscampagnes zolang de bermen vol liggen. Hij wil zien dat wie vervuilt, diezelfde dag nog de rekening gepresenteerd krijgt. Dat is ook een vorm van respect voor iedereen die dag in dag uit bezig is met het proper houden van onze bermen, zeker onze vrijwilligers”, aldus Van Looy. 

De resterende 10 miljoen euro, die op Vlaams niveau besteed kan worden, moet volgens Van Looy dan ook maximaal gaan naar zichtbare acties op het terrein. “Het kan niet de bedoeling zijn dat dit geld verdwijnt in studies of allerhande rapporten.”

Van Looy benadrukte ook om toe te zien op de administratieve lasten voor de lokale besturen. “De middelen van de bedrijven moeten een meerwaarde creëren. Ze moeten in de eerste plaats dienen om mensen met een grijpstok op pad te sturen, niet om eindeloze Excelsheets in te vullen.”